studeerde rechten aan de universiteit Tilburg (1987) alwaar zij sinds 1989 werkzaam is en in 2011 promoveerde op het onderwerp “De overtuigingskracht van emoties bij het rechterlijk oordeel”. Ze is als universitair docent verbonden aan de vakgroep Publiekrecht, Encyclopedie en Rechtsgeschiedenis aan de Universiteit Tilburg. Ze houdt zich in het onderwijs bezig met vakken waarin retorica een grote rol speelt. Haar wetenschappelijk onderzoek concentreert zich op retorica, methodologie en de invloed van emoties op de taakvervulling van juristen. In haar dissertatie onderzocht ze of de stelling van klassieke retorische auteurs, dat emotionele overtuigingsmiddelen van groot belang zijn voor de overtuigingskracht van een juridisch pleidooi, in de moderne procespraktijk nog geldt. Daartoe heeft ze de opvattingen van klassieke auteurs als Aristoteles, Cicero en Quintilianus over oordeelsvorming, emoties en emotionele overtuigingsmiddelen getoetst aan de resultaten van cognitief-psychologisch onderzoek naar de invloed van emoties op de oordeelsvorming. In haar trainingen legt ze grote nadruk op argumentatie en het aanleren van retorische vaardigheden.